Part of the Unpredictable Sproutings 2021
Een ander woord voor schaar is discipline,
Zand, erts, alles is begonnen
met het vuur gestolen voor de AA’s van staal.
De eerste, de scherpste letter gesmeed
tot glanzend lemmet en zijn spiegel,
Het opent zich nooit voor zichzelf alleen.
Het zware staal heeft je aanwezigheid bewaard,
Zoals Verdi’s melodie in de AA’s van de schaar:
VA, PENSIERO
Hoor ik die A over iedere maat heen,
is het de grondstof van de tijd,
de begeerte naar meer bestaan.
Vrij van intrige en beklemming,
weg uit het vacuüm van de schaduw,
om de traagheid van de horizon te ontstijgen.
Hoor ik de echo van een aarde schaar en het ruisen van hemel stof.
De dingen zingen in je hand en ik hang aan je verstand.
Steeds zag ik je door het venster kijken,
naar Mnemo en haar syne, haar essence, of een onbekend fatum.
Of was het de duif op de schouder van je vader.
Spreek maar met die efficiënte schaar.
Spreek omwille van de dingen, en laat mij het zijn
en zeggen, open de grond, open de fosfordagen, blijf bij me.
Moroni schildert de kleermaker, Il Sarto,
ernstig met 12 knopen en met de voortdurende glans aan je gevoelige handen.
Je oog aarzelt, dienaar van edelen en modder,
sceptisch en blind door de verbijstering over de chaos. Achter de linie werd je schaar
een verborgen instrument.
Een socialist in overleven, het was tegen de stroom in knippen, tegen het verblindende
klatterlicht, in die opdringerige kleren-maken-de-man waanvoorstelling.
Wezenlijker dan dat waren je woorden en altijd ook je handen: je noemde het de
ontplooiing van het verschil,de innerlijke beschaving, een onsterfelijke stem. Onder
je huid klopte bloed met een passie voor een incisie precisie, onvindbaar in de wereld,
het goudgalon van je couperen. Van je hoge voorhoofd gleed de koolstof van het
niemandsland, in de regelmaat van het verglijdend stille licht, je gesternte en tijd.
Zuurstof en perslap, krijt en klapper.
De heldere toon van je bestaan klonk in alle dingen.
De naalden, vingerhoedjes, stoom en snavel, de serene atmosfeer zonder taal.
Klosjes rijggaren, het zijdedraden Zijn in de stoepa van je werkplaats.
Daar in die plooi kon ik spinnen om dan uit het permanente te breken.
En steeds hoorde ik dat geduldig snorren en ratelen. Ivoorzwart de gietijzeren Singer,
type K32. Goed geolied groot vliegwiel, geurende band van leer. Snel en in alle vroegte
het spoeltje heen en weer, dartel het garen. Hoog roestrood hendeltje, draai maar aan
het bronsgroen wieltje, swing maar op het ritme van de naald, razendsnel notenschrift
van de perfecte stiknaad.
Het zacht roesten van het Solingen staal
vervliegt door de brille van de scharensliep.
Boeiende mechanica van pedaal en slijpsteen in de avondschemer. Nauwkeurig glijd de
schaar weer door tweed en damast, door brokaat en velour.
Directeuren van de straat kwamen aan de fijne wollen stoffen voelen en hun
winstgevende maatpakken in de rijg passen.
A real English gentleman met een onberispelijk postuur. Al een halve eeuwigheid
worden die maatpakken gedragen en gedragen. In de karmijnrode doos is geen knoop
die je niet hebt gewogen, zoals die paardenogen okeren knopen aan de azuurblauwe
loden jas. De mantel, vader Caruso, die je voor me maakte en die ik nu pas dragen kan.
Hoe lang hield je die Apollinische schaar tegen de borst van mijn Dionysische uil.
Nu wordt het zuchten van de ratio schaar bewogen.
Eens had je me het geheim van de mouw en Franciscus’ knoopsgat verteld en zag ik hoe
je fijnzinnig liet groeien een dragende natuur die je tong en hand bewoog.
Voel ik dat fijnste laken weer tussen duim en wijsvinger als sluimerend weefsel van de
tijd. Die onmeetbare afstanden van de kosmopolitische schaar.
Geen dag zonder die amor gloed.
Hoor ik nog hoe je Va, Pensiero mee zong
zacht en teder in het oor van de jongen die ik was,
en hoe mijn membrana tympani nog trilt.
Amor Fati met de lavendel en zachtheid van een voorhistorisch kind.
Va, pensiero, sull’ali dorate;
va, ti posa sui clivi, sui colli,
ove olezzano tepide e molli
l’aure dolci del suolo natal!
Ga, gedachte, op uw gouden vleugels;
ga, strijk neer op de hellingen, op de heuvels,
waar lauw en zacht
de zoete briesjes van de geboortegrond geuren!