(gesprek met Henk Visch)
Uit Plato, PARMENIDES (fragment)
“Kijk, heeft ieder woord niet zijn eigen betekenis?”
“Ja”
“Kun je hetzelfde woord meerdere keren gebruiken?”
“Jawel”
“Als je een bepaald woord één keer gebruikt, gebruik je het dan in de betekenis die het heeft, en doe je dat niet als je dat woord meerdere keren gebruikt? Of bedoel je er altijd hetzelfde mee, of je een woord nu één of meerdere keren gebruikt?”
“Dat laatste”
“Is verschil ook een woord?”
“Zeker”
“Wanneer je dat woord bezigt, één keer of meerdere malen, bezig je het in de betekenis die het heeft.”
“Zo is het”
Wanneer we nu zeggen dat al het andere verschilt van het absolute ene en het absolute ene verschilt van al het andere, willen we met het woord “verschilt” beide keren hetzelfde zeggen, want we gebruiken dat woord in een bepaalde betekenis.”
“Inderdaad.”
“Omdat het absolute ene verschilt van al het andere en al het andere verschilt van het absolute ene, hebben het ene en al het andere een eigenschap gemeen. En dingen die een eigenschap gemeen hebben, lijken op elkaar, nietwaar ?”
“Ja.”
“Omdat het ene ook iets is dat verschilt van al het andere, lijkt alles op alles, juist doordat alles verschilt van alles.”
“Blijkbaar wel.”
“Maar “lijken op” en “niet lijken op” sluiten elkaar uit.”
“Ja, dat klopt.”
“En verschil en gelijkheid sluiten elkaar ook uit.”
“Ook dat.”
“Nu is ook gebleken dat het absolute ene gelijk is aan alle andere dingen.”
“Inderdaad.”
“En als het absolute ene gelijk is aan alle andere dingen, is het uitgesloten dat het ervan verschilt.”
“Zeker.”
“De gelijkenis tussen de dingen bestaat eruit dat ze allemaal van elkaar verschillen.”
“Ja.”
“Dus als dingen gelijk zijn, is er geen gelijkenis tussen, want de gelijkenis bestaat eruit dat er verschil is tussen de dingen.”
“Ja.”
“Dan zal er geen gelijkenis zijn als er gelijkheid is, want gelijkheid en verschil sluiten elkaar uit.”
“Dat is duidelijk.”
“Dus het absolute ene lijkt op al het andere en toch ook weer niet. Want doordat het ervan verschilt, lijkt het erop en doordat het eraan gelijk is, lijkt het er niet op.”
“Zo kun je het waarschijnlijk wel zeggen.”
KP
Wij die in een pupil het zwart van al het voorafgaande herkennen
die schreeuwen en zingen en reizen op de hoop
die na de storm de haven overzien
die tussen alles is altijd nu en altijd morgen staan
die de sporen van uw taal en tijd doortasten
die de pirouette van de tijger op hun borst hebben gevoeld
die met het aldoor afscheid nemen het geluk hebben bewaard.
HV
Wij die in het zwart alle pupillen zien van schreeuwenden en zingenden.
Wij die in de beschutte haven de storm met onze taal voorzien.
Wij die de tijgers dragen naar hun laatste plek
en hun moeders aaien
tot het geluk ontwaakt
en wij niet meer
toevallig zijn in dwaze dans,
maar hier
nog onvertaald maar weldra deel van iets dat ons bevat.
KP
Is de wind van ons verstand eens zonder grenzen?
Is er weten in de herhaling ?
From the word that is born in the eye.
HV
Zoals wij zijn
worden wij gezien.
In voorbereiding hierop wachten wij,
zonder onderbreking,
in lange pauzes,
waarin blinden ons neuriënd omgeven en koffie wordt geserveerd.
Het applaus komt na het einde en wordt niet meer gehoord.
KP
In wat nieuw is is het oude verborgen als een vlinder in onze stem.
Op de bodem van de dag volgen we de schim van het spreken.
Wat gehoord wordt is applaus zonder glans van het verstaan.
Wij bewaren de reis en kijken hoe wij gezien zijn.
Wij lachen het liefst op klare dag:
de walvis, de golf, de tranen , onaf.
Om de tijger in de avond,
om de wind bij de dood ,
met de voet in het oor,
en ach het denken voltooid.
Gisteren schreef ik dit: om dat wat zich in het worden niet verliest, om wat ons wenkt en verbindt, waar wij uitkomen , notie en activiteit.
Ik stuur het je,
zo bewaren wij.
“wordt”
In fijne kleine lettertjes schrijf je het steeds opnieuw voor me op : wordt.
De uren zonder ruimte of geduld voor het diepe of geschokte herinneren zijn kleurloos. De enige zingever van het heden is de herinnering. Wat zich vandaag voltrekt herhaalt zich niet. Zelfs de herinnering is niet eenmaal gelijk. Niet voor hen die wandelen op de pleinen van de wereldsteden. Niet voor hen die schuilen in een enorme huidkleurige woestijn.
Vandaag vergaat alles en tegelijk wordt alles voortgebracht.
Wordt.
Het onzichtbare woord sluit ons de ogen.
Levitatie.
Voor al wat al begonnen is,
aarde…water….lucht….warmte……licht………..
Herken mijn erectie! En rol …..
En je schreef me: “Wat wij veroveren op de verte wordt omgezet in nabijheid”.
Het lezen van boeken is houden van dode mensen.
HV
Dank voor je zwaar bericht dat in precieze woorden en door sterke handen
in mijn zacht omhulsel is gedrukt. In de dagen van het theatrale gebaar
vergroot zich de oogopslag en wordt pijnlijk belicht. In elk applaus een
begrafenis.
Altijd weer en weer opnieuw het stoten op de grenzen van de home- made-
illusions en net als we dachten iets begrepen te hebben dwingt de
werkelijkheid ons tot een plaats nemen in de wachtkamer van het inzicht. Ik
herinner me de wachtkamer nu plots van tandarts Gerritsen waar
krokodillen aan de muur hingen en waar in een aquarium grote monsterachtige
vissen zwommen en waar ook vreemd gereedschap ( wapens?) aan de muur hingen uit exotische oorden. Ik was 8 jaar en alleen met zoveel beeld in een te korte broek wachtend op een stem.
Het regent en dit klinkt zo bekend en geruststellend ; mijn eerste atelier
ervaringen en het daarmee verbonden bewustzijn wat zich in een voelen
ophield, herinner ik me in elke druppel die op het dak sterft. Jij bezocht
me toen.
De liefde kent geen vaste vormen en is alleen liefde als het gedeeld kan
worden. D.w.z. als beide betrokkenen op een wederzijds geaccepteerde wijze
vinden dat zij deel van iets gemeenschappelijks zijn. Het is de begaafdheid
en de gevoeligheid van de geliefden die dit steeds opnieuw d.w.z. in elke
nieuwe fase en in elk moment, toetsen.
Het houdt niet op met regenen.
Morgen vlieg ik voor 3 dagen naar New Castle waar de romeinen de Hadrianus
muur bouwden die Engeland scheidt van Schotland. Ik zal alleen aan de muur
denken .
Ik zal er door de regen lopen en er met natte kleren een kop thee bestellen
aangekeken door zeevarenden die van uit alle windstreken de vreemdeling
schatten. Ik zal er mijn stem verheffen en glimlachen naar de dame met het
breiwerk en zij zullen mij verstaan en dan zal ik verder lopen en de mannen
zullen mij vergeten op het moment dat zij het geluid horen van de deur die
in het slot valt.
KP
tegenwoordige tijd.
Wanneer hij goed luistert , verdwijnt het streepje tijd tussen gisteren en
morgen. De verlokking van haar stem bracht hem naar de meest afgelegen
gebieden.
Als zij sprak meende hij altijd meer te horen dan zij
letterlijk zei . En het viel hem op dat het zich onafhankelijk van het
onderwerp gedroeg. Het was meer in de hoedanigheid waarop ze iets zei
gelegen.
Nog is zij stil.
Hoe lang weet hij niet.
Lang is zo kort als balsemiek.
Hij is een vreemdeling,
hij moet haar volgen,
weerstand is zinloos,
volgen is noemen.
Ik moet van tijd tot tijd alleen nog maar kijken. Maar bovenal moet ik zorgvuldig het evenwicht van tijd bewaren. En je zond me de aangrijpende tekening: “In het evenwicht een verdubbeling van tijd “.
Emmanuel Levinas(uit. Het menselijk gelaat 1969 hfst. 1 Handschrift Ambo 5de druk 1982) : ” De tijd moet niet gezien worden als “beeld” en benadering van een eeuwigheid zonder beweging, als een gebrekkige modus van de ontologische volheid. Hij is de geleding van een bestaans-modus waarin alles altijd weer herroepen kan worden, waarin niets definitief is, maar alles toekomstig, waarin zelfs het heden geen eenvoudig samenvallen met zichzelf is, maar nog steeds een op handen zijn. Dat is de situatie van het bewustzijn. Bewustzijn hebben is; tijd hebben; het is; nog niet aan de natuur toe zijn. In zekere zin nog niet geboren zijn.
HV
Onderwerp: niets
Ik speelde mee in een performance. De energie van het podium is
indrukwekkend , verslavend, levensgevaarlijk en heerlijk. Te spreken in
het verblindende licht, te roepen alsof er een woestijnbrand heerst en alles
achter het masker van een jonge vrouw of hond of kind maar steeds badend in lichaam en ziel.
KP
Vandaag je bericht ’niets’.
Rilke zegt in de Duineser Elegien(1912-1922 uit; Ambo Tweetalige Editie1993 door W.Blok en C.O.Jellema) : “Den das Schöne ist nichts als des Schrecklichen Anfang, den wir nog grade ertragen und wir bewunderen es so, weil es gelassen verschmäht uns zu zerstören”.
Voor hem strekte zich een eindeloze vlakte. Het grijs van de hemel had alle kleur naar zich toe gezogen. Het droge gras was in alle richtingen gevallen.
HV
Those days want to learn me something I cannot understand.
I never get used to the end.
En zo verder,
veel gaten in het vergeten.
Opgegeten?
Nee toch niet,
maar wel gebleven,
gebogen,
gebeefd,
beleefd.
Genoten noot,
alles is bloot
en de treinen razen.
Teach us to care (ja ok),
teach us not to care (O jee),
teach us to sit still (O ja).
KP
Henk, laten we iedere dag twee liter water drinken en stil zijn…
HV
Een fotograaf bezocht mij en vroeg mij boos te kijken , ik voelde me opeens
begrepen, wat ik mijn hele leven doe is een boosheid omzetten in iets
anders, iets waarvan ik hoop dat het aangenamer is. Ik vroeg hem zijn naam. Deze ziener zei: “Ich geniesse meine Unbekanntheit”. Ik hield van hem en toen was hij weg met drie versleten tassen waarin zich een nieuw glimmend fototoestel bevond en mijn afbeelding op vele negatieven.
KP
De grote en de kleine zorg, de vreugde, de pijn en het plezier, geluk en ongeluk, we zijn onderworpen aan het toeval . Het gebeurt en wij lopen die morgen tegemoet.
Constant in beweging,
leent zich niet voor samenvatting,
onafgesloten en onafsluitbaar:
de dialoog.
Waarom is er iets en niet eerder niets.
Heb ik van de afstand
niet altijd de rand omarmd,
de hand zichtbaar
in je nabijheid gebracht?
Het stille woord
van de eerste stap, gefluisterd,
om je te kunnen antwoorden
méér dan een achtervolger,
om plotseling binnen te geraken
boven de eigenschappen van de zwaarte,
om in je ogen
overeenstemming te zien glanzen,
om in je mond verzamelde ruimte te proeven .
Terwijl het verandert, rust het uit.
En nu dienen we voortdurend te wachten,
met het smeden van een stem ,
dat verborgen souvenir,
op een die niet als ik tot mij,
maar een die voorbij
zijn gezichtsveld spreek.
Waar je roep mijn bestaan is,
een veelheid van stemmen.