27 juni 2005
‘Er is geen enkele tekst die niet naar een alteriteit buiten zichzelf verwijst’
Met het Andere bedoel ik al datgene wat zich buiten het begrijpbare ophoud. Wat toekomstig is. Het ongrijpbare grijpt ons aan.. Het is juist datgene waardoor het opmerkingsvermogen wordt aangescherpt.
Ik hoop geen fantoom van het ego na te jagen.
Wat schuilt in het zinnetje: “Iedereen is de ander en niemand zichzelf”
Als het andere een projektie is van mijzelf is alle toewijding dan ook gericht op het zelf ?
Het andere als onkenbaar, een toekomst, een mogelijke aanwezigheid, zonder deze een vaste plaats in mijn denksysteem te geven.
Het uitstellen en opschorten als levenshouding,
als onbevangenheid. Het Label om te ontsnappen aan labels
dat dit of dat. Het andere als mogelijkheid om te blijven kijken en te bevragen, als een voortdurende activiteit. Dit andere wat onder ons en van ons is,
zoals jij zegt,’ er is gewoon niets hetzelfde’
Het andere is betrokkenheid,
is preciezie,
aandacht. (plak mij geen alluminium label meeuw,
lichtend grijs van ontelbare dagen
mijn blik is van voor de jaartelling,
ik begrijp nu dat er beelden nodig zijn
voor wat anders verschrikkelijk onzichtbaar zou blijven)
Nietsche zegt ergens Bewustzijn is eigenlijk alleen
een verbindingsnetwerk tussen mens en mens
we leven in het tussenin,
in de middelste zones van de gesocialiseerde mededelingen.
Maar de nuance, de subtiliteiten, de imponderabilia (=onweegbare zaken, niet nauwkeurig te bepalen maar wel meesprekende factoren, overwegingen of invloeden) willen ook ter sprake gebracht worden…….
zo strekken wij de ledematen van de taal tot het uiterste en noemen het morgen.
Wij delen de levende meeuw